CAO-overleg kleinmetaal hervat
De werkgevers- en werknemersorganisaties gaan woensdag 9 maart om tafel voor hun tweede onderhandelingsronde over een nieuwe CAO Metaal & Techniek (kleinmetaal). Ondertussen zijn ook de voorbereidingen voor de onderhandelingen over een nieuwe CAO Metalektro (grootmetaal) in volle gang. Deze starten op 29 maart.
In de kleinmetaal liggen werkgevers en werknemers ver uit elkaar. Volgens de bonden houden de voorstellen van de werkgevers alleen maar verslechteringen in. FNV Bondgenoten heeft onder haar leden een pamflet verspreid, waarin al die verslechteringen uit de doeken worden gedaan.
Kater botvieren
Na de eerste onderhandelingsronde, waarin beide partijen hun voorstellen slechts hebben toegelicht, bereiden de bonden zich nu voor op stevige onderhandelingen. Jan Berghuis, die onderhandelt namens FNV Bondgenoten, twitterde vorige week na de uitslag van de provinciale verkiezingen: ´Wat een K uitslag. Ik ga mijn kater botvieren op werkgevers in de Metaal´.
Ook Marco Hietkamp van CNV Vakmensen, liet via twitter van zich horen: ´Het wordt ook deze week de week van de 2e onderhandelingsronde in de Metaal en Techniek. Ben benieuwd of we elkaar kunnen verstaan.´
Grootmetaal
CNV Vakmensen zegt actief te willen onderhandelen voor de toekomst van de sector Metalektro. “CNV Vakmensen wil zich richten op een stabiele en aantrekkelijke toekomstpositie van de metalektro. Met de aankomende CAO-rondes hoop ik vooral dat de werkgevers met ons het vizier op die toekomst richten. En de traditionele loopgraven onbenut laten om ze in te ruilen voor effectieve actieplannen”, aldus onderhandelaar Peter de Jong.
Het gaat hem ook om een goede loonsverhoging. “In 2010 hebben we de loonkosten gematigd door akkoord te gaan met lagere loonsverhogingen. We vragen nu 2,5 procent loonsverhoging, een half procent meer dan de inflatie van dit moment. Die neemt echter toe, zo is de verwachting. We zouden het niet vragen als de bedrijven dat financieel niet zouden kunnen dragen. Maar de scheepsbouw heeft het onveranderd goed gedaan. In de machinebouw weten ze op dit moment niet waar ze het vandaan moeten halen, zoveel vraag is er. De automotive industrie heeft na een slechte periode ineens grote haast om de vraag weer bij te benen. Door de bank genomen staat de sector er behoorlijk bij in economisch opzicht. CNV Vakmensen vraagt nu, naast de procentuele loonsverhoging, ook een netto-compensatie van de gestegen ziektekostenpremies met 15 euro per maand.”
Volgens Peter de Jong heerst een veel belangrijker probleem: dat van de leegloop van vaklieden. “Deze sector zit straks zonder voldoende vakbekwame mensen. Deze bedrijven in Nederland kunnen straks niet meer leveren waar de wereld om vraagt. En daarom wil CNV Vakmensen met de werkgevers om tafel om uit te zoeken wat nodig is om die bedrijven ook in de verdere toekomst gezond te houden. In onze CAO-voorstellen vragen wij daarom veel aandacht voor scholing van huidige en nieuwe werknemers. En ook onderling tussen die twee groepen werknemers. Zodat vakbekwaamheid beklijft en groeit. Nu zoeken veel ondernemingen ook nog hun heil in het contracteren van flexibele werknemers. Maar dat is op langere termijn nooit een stabiele ontwikkeling. En deze inhuurkrachten mogen uiteraard financieel nooit concurreren met vaste werknemers.”
Werkfonds
CNV Vakmensen wil een Werkfonds afspreken met de metaalwerkgevers. Dit fonds biedt de mogelijkheid de omslag van baanzekerheid naar werkzekerheid te maken. Door allerhande mogelijkheden en middelen te benutten zo de werknemer maximaal bruikbaar te maken/houden voor de onderneming. Elke onderneming zou 0,2 procent van de loonsom extra moeten reserveren voor het werkfonds.
Voor FNV Bondgenoten staan verbetering van de koopkracht, behouden van goede regelingen voor pensioen en vervroegd uittreden, investeren in de ontwikkeling van vaklieden en gelijke arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten centraal. Jos Brocken, bestuurder FNV Bondgenoten: “Wij willen dat er een beter toekomstperspectief komt voor de mensen in de metaalsector. Er is een volstrekt tekort aan inzet van bedrijven op duurzame inzetbaarheid en het behouden van vaklieden, maar wel een explosieve groei van flexwerkers. De toekomst van de sector ligt in hoogwaardige producten. Een innovatieve metaalsector die zich steeds aanpast aan nieuwe eisen. Daar past geen versoepeling van het ontslagrecht bij en geen verdere groei van flexibele arbeidsrelaties. Dat vraagt juist om instroom van jongeren, het investeren in de ontwikkeling en het behouden van vaklieden. Daar profiteert iedereen van, werknemer en bedrijf. Tegelijk helpt dit om de vergrijzing op te vangen en het steeds nijpender wordende tekort aan vaklieden tegen te gaan.”
De kaderleden in de sector hebben in december besloten om de leden een looneis van 2 procent voor te leggen. Brocken: “Maar we eisen 3 procent als de werkgevers onze voorstellen over pensioenen, opleidingen en werkgelegenheid niet volgen. Wij dagen de werkgeversvereniging FME uit, om verder te kijken dan de korte termijn. Er is een enorme vergrijzing van vaklieden gaande. Er dreigen grote tekorten. Dus we moeten alles doen om de mensen extra redenen te geven om in de metaalsector te komen werken en daar ook inzetbaar te blijven. Niet als dagloner in flexschillen, maar als gewaardeerde kracht met een vast dienstverband en een perspectief op verdere ontwikkeling.”