China voor het eerst grootste producent van werktuigmachines
China heeft in 2010 de meeste werktuigmachines geproduceerd. Het land heeft de koppositie veroverd en voert de ranglijst nu aan voor gekende machinebouwers als Japan, Duitsland, Italië en Zuid-Korea.
Dit blijkt uit gegevens, die de Duitse Vereniging van werktuigmachinefabrikanten VDW presenteerde op haar jaarlijkse persconferentie in Frankfurt. De crisis heeft de werktuigmachine-industrie flink door elkaar geschud. Landen als Taiwan, Zuid-Korea, Japan en China zagen hun machineproductie in 2010 groeien met tweecijferige percentages. Daarbij vergeleken steken de Europese (-1) en de Amerikaanse (-9) groeipercentages schril af.
Toch maken de Duitse machinebouwers zich niet veel zorgen over de concurrentie vanuit China. De Chinese machinebouwers produceren voor 90 procent voor hun eigen markt en ze maken vooral eenvoudige machines in grote aantallen. Een actuele studie van de VDW leert dat de Chinese machinebouwers op dit moment nauwelijks zelfstandig technologisch innovatieve prestaties leveren. De Duitsers realiseren zich echter wel dat dit gauw kan veranderen, nu de Chinese regering een plan heeft ontwikkeld dat het innovatieve vermogen van de eigen ondernemingen expliciet moet versterken.
Ook de tweede concurrent Japan denken de Duitse machinebouwers goed aan te kunnen. Japan produceert voornamelijk serie-machines met een korte doorlooptijd. Veranderingen in de order-intake werken hier direct door in de productie, zowel bij een snelle groei als bij een snelle krimp. Duitsland met haar hoge aandeel speciaalmachines en langlopende projecten zal het verloren gegane terrein dit jaar weer inhalen, zo is de overtuiging van VDW-voorzitter Martin Kapp.
De Duitse fabrikanten van werktuigmachines verwachten dat hun productie dit jaar met 30 procent groeit. “Met de terugkeer van een verwacht volume van bijna 13 miljard euro, zouden we een groot deel van het door de crisis veroorzaakte verlies weer ingehaald hebben”, aldus Kapp. “Daarmee mogen we meer dan tevreden zijn.”
De Duitse machine-industrie heeft de orders sinds eind 2009 elk kwartaal met tweecijferige percentages zien groeien. In eerste instantie kwam dat dankzij de vraag uit landen als China, Zuid-Korea en India, die de crisis het snelst hebben overwonnen. Maar inmiddels is de vraag naar Duitse machines wereldwijd sterk toegenomen en is ook de vraag vanuit Duitsland zelf flink gegroeid. Hierdoor boekte de omzet al in augustus 2010 voor het eerst sinds 2 jaar weer een plus. De productie kwam over heel 2010 nog 3 procent lager uit dan in 2009.
Kapp weet zeker dat de Duitse machinebouw van de verder groeiende internationale vraag naar productietechniek zal profiteren. Duitse fabrikanten nemen in technologisch opzicht de koppositie in en ze verwachten dit concurrentievoordeel uit te kunnen bouwen. Een kans is bijvoorbeeld om de productiekennis van de ene branche over te dragen op andere segmenten. Markten met potentie zijn de medische techniek en de luchtvaartindustrie. In beide branches worden immers hoge eisen gesteld aan de producten Deze kunnen slechts met toptechnologie worden geproduceerd. En dat is nu juist de specialiteit van de Duitse machinebouw, aldus Kapp, die ook volop kansen ziet in de auto´s van de toekomst, zoals de elektrische auto, de hybride auto en de auto´s met geoptimaliseerde conventionele verbrandingsmotoren. Tot slot verwacht Kapp dat de Duitse machinebouw kan profiteren van de toenemende vraag naar duurzame productiesystemen.
Toptien producenten van werktuigmachines
1. China
2. Japan
3. Duitsland
4. Italië
5. Zuid-Korea
6. Taiwan
7. Zwitserland
8. Verenigde Staten
9. Oostenrijk
10. Spanje