De slag om de jeugd
In de afgelopen week hebben we de CAO-onderhandelingen voor de Metalektro afgerond. Het is een weg geweest van lange discussies. De oorzaak daarvan is gelegen in de noodzaak een forse ommezwaai te maken in onze wijze van omgaan met ons personeelsbestand.
Natuurlijk is het logisch dat de vakbonden veel aandacht hebben voor de positie van ouderen. In die leeftijdscategorie hebben zij immers de meeste leden. Voor onze sector echter is het van groot belang ook naar de toekomst te kijken. Dat wil zeggen dat wij moeten bedenken of onze sector voldoende aantrekkelijk is voor jonge mensen. Daaraan is de laatste jaren te weinig aandacht besteed. Steeds ging de discussie over pensioenen en vooral over overgangsregelingen om de werkomstandigheden voor ouderen zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Dat was ook bij deze CAO-onderhandelingen het geval.
Opnieuw stond de regeling centraal die medewerkers, geboren tussen 1950 en 1972, in een betere positie zou moeten brengen. Om hen op 62-jarige leeftijd of zelfs nog eerder, vanaf 60, met vroegpensioen te kunnen laten gaan, was een hoge premie noodzakelijk. Gedacht moet daarbij worden aan zo’n 5 procent. Wij vonden het onaanvaardbaar dat 160.000 medewerkers moeten meebetalen aan een regeling die voor 40.000 medewerkers geldt. Daarom hebben wij de bonden voorgesteld de voorziening voor ouderen zeer te beperken, de helft van de premie te heffen en die voor rekening te laten zijn van alleen werkgevers. Daarmee worden vooral de jongeren ontzien.
Omdat daarnaast in de jeugdschalen een beter perspectief kan worden geboden en is afgesproken dat opleidingen ook tijdens het dienstverband worden verbeterd, kan worden gesproken van een duidelijke keuze voor de jeugd.
Ik ben ervan overtuigd dat de grootste belemmering voor economische groei in de komende jaren niet moet worden gezocht in beperkte financieringsmogelijkheden, wereldwijde concurrentie of wat dan ook. Nee, de grootste beperking wordt een tekort aan vakbekwaam personeel. Werkgevers zullen zich een grote inspanning moeten getroosten, ook in financiële zin, om jonge mensen binnen te halen.
Gelukkig zijn ondernemers gewend aan concurrentie. Laten wij ons voorbereiden op een concurrentieslag met andere sectoren: de slag om de jeugd.