ABN Amro: Industrie kan in 2026 en 2027 met 3% groeien
De Nederlandse industrie kan zowel in 2026 als in 2027 groeien met 3 procent. Dat blijkt uit de Sectorprognoses 2026-2027 van ABN Amro.
ABN Amro stelt in haar nieuwste Sectorprognoses dat de industrie kwetsbaar is door vergrijzing en gebrek aan opvolgers.
De industrie kreeg in 2025 tegenwind van de door de Amerikaanse president Trump ontketende handelsoorlog, die heeft geleid tot toenemende concurrentie uit China en een voortdurende malaise in Duitsland, de belangrijkste exportmarkt. Maar de Nederlandse industrie laat de grootste schok van de handelsoorlog volgend jaar achter zich. Eerder uitgestelde investeringsplannen worden nu alsnog doorgezet, wat de vraag naar (chip)machines aanjaagt. Wel hebben energie-intensieve branches zoals de chemische industrie het lastig door de hoge energieprijzen in Europa en Chinese concurrentie.
Industrie kwetsbaar door vergrijzing
ABN Amro stelt in haar nieuwste Sectorprognoses dat de industrie kwetsbaar is door vergrijzing en gebrek aan opvolgers. De bank deed samen met Ipsos I&O onderzoek naar bedrijfsopvolging onder 519 ondernemers in verschillende sectoren. Bijna zes op de tien (59 procent) directeur-grootaandeelhouders in de industrie denkt eraan de onderneming binnen tien jaar over te dragen. De helft van hen (50 procent) is al op zoek naar een opvolger, maar weet nog niet wie.
Hogere eisen OEM’ers
Nederland kent toonaangevende Original Equipment Manufacturers (OEM’ers), zoals chipmachinefabrikant ASML en tal van andere producenten, bijvoorbeeld van machines voor de agrarische sector en de voedingsmiddelenindustrie. Duizenden ondernemingen zijn vooral actief als toeleverancier van deze OEM’ers. Deze OEM’ers stellen de laatste jaren steeds hogere eisen. Onderdelen moeten bijvoorbeeld sneller worden geleverd, op de nanometer nauwkeurig worden geproduceerd en nagemeten. Soms nemen leveranciers ook het ontwerp van onderdelen volgens bepaalde specificaties voor hun rekening. Dat alles liefst ook cyberveilig, digitaal en bovendien tegen lagere kosten.
Professioneel management steeds belangrijker
Dit stelt hoge eisen aan die doorgaans kleine en middelgrote industriële toeleveranciers. Gelukkig zijn de meesten dat wel gewend, want ze moeten vaak al decennia steeds innoveren om de internationale concurrentie voor te blijven. De complexiteit van producten en technologie neemt echter snel toe, net als de kwaliteit die concurrenten uit bijvoorbeeld Polen of China kunnen leveren, vaak tegen lagere kosten.
Professioneel management wordt daardoor steeds belangrijker. Dat is echter moeilijk te vinden, zeker indien de directeur-grootaandeelhouder van plan is met pensioen te gaan. In het bedrijfsleven als geheel is het gebruikelijker dat een familielid het bedrijf overneemt (gemiddeld 22 procent), maar in de industrie komt dat veel minder voor (15 procent), mogelijk door de hoge eisen waaraan een bedrijfsleider moet voldoen.
Relatief veel ondernemers in de industrie beogen een management buy-out; maar liefst 8 procent van de respondenten, tegen 3 procent gemiddeld in alle sectoren. “Gegeven het belang van de professionaliteit lijkt dat een verstandige keuze”, zegt Albert Jan Swart, Sectoreconoom Industrie, Transport & Logistiek bij ABN Amro. “De zittende managers kennen de onderneming immers al, en kunnen daardoor in elk geval op de korte termijn in staat worden geacht de onderneming adequaat te leiden.” Management buy-ins, waarbij managers van buiten de onderneming de kopers zijn, worden door 4 procent van de respondenten overwogen. Employee buy-outs, waarbij andere medewerkers het bedrijf overnemen, worden slechts door 3 procent van de respondenten overwogen.
Onderneming onder druk
Ondernemers die niet tijdig een opvolger vinden, lopen het risico dat de waarde van de onderneming onder druk komt. De industrie is een kapitaalintensieve sector, waardoor dus veel geïnvesteerd moet worden. Het overnemen van een bedrijf dat onvoldoende met zijn tijd is meegegaan, brengt daardoor grote risico’s met zich mee. De kopende partij kan genoodzaakt zijn meteen omvangrijke investeringen te doen, terwijl de onderneming misschien al belangrijke klanten is kwijtgeraakt. Met name in de metaalsector stijgt het aantal opheffingen, bijvoorbeeld doordat oudere directeur-grootaandeelhouders het bijltje erbij neer gooien.
Gemiste kans
“Dat is een gemiste kans”, aldus Swart. “Niet alleen voor de ondernemers die geen mooie overnamesom krijgen, maar ook voor Nederland. Voor de concurrentiepositie van de Nederlandse industrie is het belangrijk dat de arbeidsproductiviteit verder wordt verhoogd, bijvoorbeeld door nog betere producten te maken of productieprocessen efficiënter in te richten. Dat lukt alleen als de sector in hoog tempo blijft innoveren. Een tijdige overdracht aan een volgende generatie is daarom van belang. Oudere ondernemers, maar ook ondernemers van middelbare leeftijd, zouden zichzelf de vraag moeten stellen: wanneer is mijn managementteam klaar voor een management buy-out?”