Grootste verbetering bedrijfsomstandigheden productiesector sinds juli 2022
De bedrijfsomstandigheden in de Nederlandse industrie zijn in september fors verbeterd. De Nevi PMI steeg van 51.9 in augustus naar 53.7 in september, de grootste stijging sinds juli 2022, en bleef voor de vierde maand op rij boven de geen-veranderingsgrens van 50.0.
De verbetering van de vraag zorgde er ook voor dat de bedrijven voor de tweede keer in drie maanden hun inkoopvolumes vergrootten
Er was sprake van grotere stijgingen van de productie, het aantal nieuwe orders en de werkgelegenheid. De respondenten gaven vaak aan dat er sprake was van een verbetering van de vraag, ondanks de matte buitenlandse verkoop en belemmeringen voor de groei als gevolg van de wereldwijde economische onzekerheid.
Minder kostendruk
De kostendruk was in september minder groot en de laatste stijging van de inkoopprijzen was de kleinste sinds oktober 2024. De prestatie van leveranciers verslechterde echter in de grootste mate in bijna drie jaar, wat vooral werd toegeschreven aan langere internationale levertijden en capaciteitsbeperkingen bij leveranciers.
Toename productieomvang
De stijging van de hoofdindex werd verder ondersteund door een forse en grotere toename van de productieomvang bij de Nederlandse productiebedrijven, de grootste sinds mei 2024. De panelleden schreven de productiestijging vaak toe aan de verbetering van de vraag en het op de markt brengen van nieuwe producten.
Meer nieuwe orders
Het totale aantal nieuwe orders steeg eveneens en in de grootste mate in zestien maanden, waarbij meerdere bedrijven aangaven dat de klanten vaker bereid waren aankopen te doen. De gegevens lieten echter zien dat deze groei met name afkomstig was uit de binnenlandse markt, aangezien de buitenlandse verkoop in september daalde met meldingen over felle internationale concurrentie. Hoewel de daling van de buitenlandse verkoop beperkt bleef, was dit de eerste daling in vier maanden. Desondanks leidden de stijgingen van de productieomvang en het aantal nieuwe orders ertoe dat de bedrijven hun personeelsbestanden in september uitbreidden. De banengroei was zelfs de grootste sinds december 2022.
De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk daalde ondertussen, al was deze daling de kleinste in de huidige periode van groei. Er werd door sommige bedrijven melding gemaakt van de inzet van bestaande voorraden om openstaande orders te verwerken. De voorraad eindproducten daalde bovendien in de grootste mate sinds januari.
Vergroting inkoopvolumes
De verbetering van de vraag zorgde er ook voor dat de bedrijven voor de tweede keer in drie maanden hun inkoopvolumes vergrootten. Hoewel de toename beperkt bleef, was het wel de op een na grootste sinds augustus 2022. De voorraad ingekochte materialen daalde in september opnieuw, maar deze daling was beperkt en aanzienlijk kleiner dan in de eerste helft van het jaar.
Prestaties leveranciers
De Nederlandse fabrikanten maakten aan het eind van het derde kwartaal opnieuw melding van een forse verslechtering van de prestatie van leveranciers. De panelleden wezen op langere levertijden, personeelstekorten bij leveranciers en een grotere vraag naar materialen, wat allemaal zorgde voor extra druk op de toeleveringsketens. De verlenging van de levertijden was bovendien de grootste sinds oktober 2022.
Uit de laatste onderzoeksgegevens bleek dat de kostendruk in september aanzienlijk minder groot was. De inkoopprijsinflatie daalde in een gematigd tempo dat het laagst was sinds oktober 2024. Sommige bedrijven schreven dit toe aan de felle concurrentie onder de leveranciers. De verkoopprijsinflatie was eveneens lager dan in augustus, al bleef deze fors.
Tot slot bleven de Nederlandse producenten positief over de productievooruitzichten voor de komende twaalf maanden. De bedrijven gingen er vaak van uit dat langetermijninvesteringen en het op de markt brengen van nieuwe producten zouden leiden tot een verdere toename van de productieomvang.
Commentaar ABN
In haar maandelijkse commentaar wijst ABN erop dat het aantal nieuwe exportorders helaas daalt. Uit gesprekken met Nederlandse ondernemers blijkt dat dit vooral komt door opgevoerde prijsconcurrentie uit Azië. De Europese markt is voor veel Chinese fabrikanten belangrijker geworden vanwege de hoge Amerikaanse invoerheffingen.
Ook geldt de productiegroei niet voor alle industriële subsectoren. De Rotterdamse haven voorziet een leegloop nu afgelopen week ook BP aankondigde te stoppen met de ontwikkeling van een nieuwe fabriek voor biobrandstoffen. Shell kondigde al eerder aan te stoppen met de reeds gestarte bouw van een biobrandstoffenfabriek in Pernis. De regeldruk, netcongestie, stikstofproblematiek en hevige buitenlandse prijsconcurrentie op biobrandstoffen worden genoemd als belangrijkste redenen voor het afblazen van de voorgenomen investeringen.
Ook de vooruitzichten voor de semicon en medische industrie zijn voor de korte termijn niet positief.
Gemixte signalen uit Duitsland
Tot slot wijst ABN op de gemixte signalen uit Duitsland. Veel Nederlandse ondernemers houden de ontwikkelingen in de Duitse economie nauw in de gaten. De Duitse overheid heeft immers veel geld vrijgemaakt voor de verbetering van de infrastructuur en de opschaling van de productie van de defensiesector. Dit zal uiteindelijk zorgen voor extra vraag bij de Nederlandse toeleveranciers van metaal- en kunststofproducten, elektrotechniek en bouwmaterialen. Het Duitse statistiekbureau Destatis verraste met het bericht dat in juli de industriële productie was gestegen met 1,3 procent, met de grootste productiestijging in de machinebouw (9,5 procent) en farma-industrie (8,4 procent). Zelfs de automobielsector liet een kleine productiegroei zien van 2,3 procent ten opzichte van juni.
Deze positieve trend in juli wordt echter niet ondersteund door de Flash HCOB Inkoopmanagersindex voor de Duitse productie- en dienstensector. Vooruitlopend op de finale index, tikte deze op 23 september een niveau aan van 52,4. Dit is de hoogste stand in de afgelopen zestien maanden. Het is echter alleen de dienstensector die in Duitsland snel verbetering laat zien, hoofdzakelijk vanwege de opstart van nieuwe projecten. De Duitse index voor de industrie verslechterde in september juist van 49,8 naar 48,5, en wel als gevolg van het uitblijven van nieuwe (export) orders.