Tilburg University stapt in project Autonome Fabriek
Tilburg University is lid geworden van het NXTGen High Tech consortium Autonome Fabriek. Met haar kennis over de interactie tussen mens en technologie vult Tilburg University de technische expertise van andere partners aan.
Tilburg University richt zich binnen het NXTGen High Tech consortium Autonome Fabriek vooral op human-machine interaction.
Het programma NXTGen High Tech is een landelijk initiatief van de hightech maakindustrie. Het doel: investeren in slimme, duurzame productietechnologieën en zo de concurrentiepositie van Nederland versterken. NxtGen High Tech is een krachtenbundeling van ruim 330 partijen die samen aan nieuwe hoogtechnologische machines en productietechnologieën werken. Brainport Industries vervult de rol van programmamanager binnen de projecten Autonome Fabriek en Smart Supply Network. Bij elk project zijn meer dan 20 partners uit de industrie, onderzoeksinstituten en kenniscentra betrokken. Binnen Autonome Fabriek, werken bedrijven, kennisinstellingen en onderzoekers samen aan manieren om productieprocessen slimmer, efficiënter en flexibeler te maken. De focus ligt op automatisering, digitalisering en samenwerking tussen mens en machine.
Mens blijft cruciaal
Renato Calzone, Strategic Partnership Lead bij Tilburg School of Humanities and Digital Sciences, zegt over de rol die Tilburg University in het consortium kan spelen: “In de vierde industriële golf – met AI, robots en autonome systemen – is de mens nog steeds cruciaal. Zonder de mens werkt die technologie niet goed. Daarom onderzoeken wij hoe je mensen op een veilige, prettige manier laat samenwerken met deze nieuwe technologieën.” Volgens Frits Hoeve van Brainport Industries is dit precies de reden waarom Tilburg University zo goed in het consortium past: “Nieuwe technologie slaagt pas als mensen het willen én kunnen gebruiken. Dat is precies het domein waar Tilburg University in uitblinkt.”
Human-machine interaction
Tilburg University richt zich binnen het consortium vooral op human-machine interaction. Daarbij speelt het ELSA-lab (ethical, legal, societal aspects) Technical Industry van de universiteit een centrale rol. In dit lab werken onderzoekers aan vragen zoals: Hoe ondersteun je operators optimaal met AI?Welke ethische en juridische grenzen zijn er? Wat mag er wel en niet op het gebied van dataverzameling, bijvoorbeeld via VR of gezichtsherkenning? Hoe leer je mensen sneller en beter nieuwe vaardigheden aan, met behulp van technologie?
De samenwerking levert waarde op voor de hele industrie. Door vanaf het begin rekening te houden met de menselijke kant van technologie, wordt het makkelijker om innovaties echt te implementeren. Dat is hard nodig, want de arbeidsmarkt verandert snel. Er is een groot tekort aan mensen met de juiste technische vaardigheden, en technologie moet juist helpen om die kloof te overbruggen. “Het is enerzijds zaak om mensen snel en goed op te leiden,” zegt Calzone. “Anderzijds moeten banen interessant blijven. Door te snappen hoe mensen leren en werken, kun je technologie ontwikkelen die écht helpt. Dat maakt het werk niet alleen efficiënter, maar ook leuker en veiliger.”
