Veiling
Overweldigend was het aantal reacties op mijn vorige column over vaders die zich nog steeds in het bedrijf overal mee bemoeien. Van foto’s over whatsapp met het artikel en een duimpje tot de opmerking: “Joh, alsof je bij ons op de zaak heb gezeten”. Er was zelfs een enigszins geïrriteerde mail van een voor mij onbekend persoon die vroeg waarom ik over hem schreef en van wie ik dit te horen had gekregen. “Zal mijn accountant wel geweest zijn.” Ik heb hem maar even gebeld om uit te leggen dat het voorbeeld uit het artikel heel vaak voorkomt.
Maar het kan ook anders. Vele jaren geleden leerde ik Gert kennen en werd zijn klankbord voor vele jaren. Gert had een drietal metaalbedrijfjes van ieder 10 à 15 man personeel. Deze bedrijven had hij in de loop van zijn carrière verzameld. Gert had vier zonen en een dochter en hij had hen op geen enkel wijze bij het bedrijf betrokken. Voor vakantiewerk moesten ze niet bij hem zijn en thuis werd er niet over de ondernemingen gesproken. Ze mochten studeren en doen wat ze wilden. Geen druk, zorg maar dat je gelukkig wordt.
Na verloop van tijd, toen ze allemaal in de twintig waren, bleek dat drie kinderen interesse begonnen te krijgen in de bedrijven van pa. Gert begon wat meer over zijn bedrijven te praten en de interesse groeide bij de drie kinderen. Bij twee zonen was er totaal geen interesse; één werd verpleger en de ander ging de wereld rondtrekken.
Toen voor Gert het moment kwam dat hij aan zijn pensioen ging denken, stond hij voor een dilemma. Gaf hij het bedrijf aan zijn kinderen? Wie zou dan wat krijgen? Wilden ze dit wel echt en hoe zou hij dan met de andere twee zoons om moeten gaan? Allerlei vragen die uiteindelijk tot problemen in de familie konden leiden. De oplossing was bijzonder en eerlijk. We maakten van alle bedrijven een klein Informatiememorandum.
De drie geïnteresseerde kinderen mochten op de bedrijven bieden en degene met de beste voorwaarden kon dan het bedrijf overnemen. Gert verplichtte de kinderen enkel dat ze een adviseur zouden inhuren. De kosten daarvan zou hij betalen. De voorstellen werden door mij in een Excel verwerkt zodat ze voor Gert anoniem waren, en hij een goede keuze kon maken. Voor de kinderen was het duidelijk waar ze aan begonnen indien ze een ‘veiling” zouden winnen. Uiteindelijk gingen twee bedrijven naar de dochter en haar man. Het derde bedrijf ging naar één van de twee zonen. De andere zoon kocht dus niets en had daar vrede mee. “Mijn boer en zus vonden de bedrijven meer waard. Ik ben gelukkig zo”, beaamde hij.
Han van Rijn
Specialist in overnames en financieringen
voor technische ondernemingen
han@kromhout.net