NEXT 2025 laat zien: Een digitale fabriek realiseer je samen
Samen met een tiental partners gaf Tuwi vorige week op NEXT 2025 een inspirerend beeld van de digitale fabriek van de toekomst. De centrale boodschap aan de driehonderd bezoekers van dit eendaagse event in de showroom van Tuwi in Winterswijk was helder: ‘Werk samen. Juist door samenwerken kom je in deze turbulente tijden het verst’.
Het kennisprogramma werd besloten met een panel van ondernemers, die aan de hand van een aantal stellingen spraken over hun ervaringen met de digitale fabriek.
Tuwi gaf zelf het goede voorbeeld door na de eerste twee edities van NEXT nu nadrukkelijk te kiezen voor samenwerking met partners. Dat resulteerde in een mooie mix van praktijk en open dialoog. Zelf schotelde de machineleverancier de bezoekers diverse voorbeelden voor van productieautomatisering, met als blikvanger een sorteerinstallatie van Astes4 voor het automatisch uitrapen van gesneden plaatdelen. Daarnaast was er in de showroom alle ruimte voor een innovatiestraat, waar de partners zich presenteerden. Halloy, AESC, Smart Factory, Supplydrive en Vandenbussche met hun softwareoplossingen, Q-Fin met haar (geautomatiseerde) ontbraamoplossingen, Kumatech met haar AGV’s en Valkwelding en Laskar Puntlastechniek met hun lastechniek. Direct vanaf de opening was het druk in deze innovatiestraat, waar de bezoekers, afkomstig van plaatwerkbedrijven uit het hele land, hun licht opstaken over de vele mogelijkheden die er zijn om hun fabrieken productiever te maken.
Spannende tijden
Een belangrijk onderdeel van NEXT was het kennisprogramma. Na de lunch bij de foodtrucks werd dit programma afgetrapt door Kees de Schipper, sectormanager Industrie bij Rabobank. Hij wond er geen doekjes om dat het spannende tijden zijn voor de maakindustrie, met veel uitdagingen. “De industrie is de laatste jaren gekrompen, al is de neergaande lijn sinds 2024 aan het afvlakken en trekt de export weer aan. Maar het zijn geen toptijden. De industrie komt niet van zijn plek, de groei zit er zeker niet in.”

De lunch werd verzorgd door een aantal foodtrucks.
De Amerikaanse president Trump is volgens Rabobank de meest bepalende factor voor wat de industrie de komende rijd gaat doen. Vooral de onzekerheid over wat Trump nu precies van plan is op het gebied van internationale handel, is fnuikend. Rabobank hanteert verschillende scenario’s: van onderhandelingen met een succesvolle afloop tot en met een tweedeling in de wereld. De gevolgen zijn voor elke sector anders, maar de industrie is extreem gevoelig voor de mondiale ontwikkeling van de handel. Volgens De Schipper krijgt de industrie zware klappen als het meest zwarte scenario werkelijkheid wordt.
Samenwerking wordt sterker
Dat is reden te meer om je als industrieel bedrijf goed te prepareren op de toekomst. Rabobank heeft eerder dit jaar haar Sectorvisie 2040 voor de industrie gepubliceerd. Een conclusie hierin is dat de industriële bedrijven dingen wezenlijk anders gaan doen. Zo is een verduurzamingsslag onvermijdelijk. Grondstoffen raken op. De Schipper: “Nu ben je gewend grondstoffen te bestellen en weet je dat die komen. Je moet je echter afvragen of dat over tien jaar nog zo is.” De industrie gaat volgens hem transformeren van een veroorzaker van milieuproblematiek naar een oplosser daarvan.
Rabobank verwacht verder een consolidatieslag, die her en der al zichtbaar is. De bedrijfsgrootte in het MKB gaat verdubbelen omdat bedrijven een bepaalde schaalgrootte nodig hebben om toekomstbestendig te zijn. Bedrijven gaan ook anders produceren en samenwerken. “Wij denken dat samenwerking in de industrie nog veel sterker zal worden en regionaal wordt georganiseerd, zoals nu bijvoorbeeld al gebeurt in de Brainport. Bedrijven gaan veel meer van transactioneel naar relationeel samenwerken.”
De arbeidsproductiviteit moet volgens Rabobank met tot wel 50 procent stijgen in 2040. Dat betekent dat de adoptie van robotisering/automatisering, die in de maakindustrie relatief laag is, moet toenemen. “Daarin gaat veel gebeuren”, is De Schippers overtuiging.

Volgens Kees de Schipper, sectormanager Industrie bij Rabobank, gaat er in de maakindustrie veel gebeuren met robotisering/automatisering. Dat is nodig omdat de arbeidsproductiviteit volgens Rabobank met tot wel 50 procent moet stijgen in 2040.
Aan de slag met AI en robots
Een andere spreker, Thijs Dorssers, innovator en ondernemer met veel kennis van AI, robotica en hightech, is het daar roerend mee eens. Wachten is wat hem betreft geen optie. “AI en robots zijn er, we moeten ermee aan de slag”, aldus Dorssers, die zijn humanoïde robot Robin had mee gebracht. “Humanoïds gaan de komende 5 jaar een hoge vlucht nemen en de reguliere robotica totaal op zijn kop zetten. Er zijn momenteel al zo’n 60 tot 80 humanoïds ontwikkeld, de meeste in China. Door de combinatie met AI gaat de ontwikkeling heel snel. Je kunt tegen een robot praten en hem een taak geven die hij dan uitvoert. Ingewikkeld programmeren zal niet meer nodig zijn. We gaan chatten met productielijnen. AI, digital twins en robotics zijn de toekomst.” Dessers daagde de bezoekers van NEXT uit om een robot als Robin (kosten ongeveer 30.000 euro) te kopen en er mee te gaan spelen. “Robots ontlasten mensen en zorgen voor meer productiviteit. Kijk wat een robot in jouw bedrijf zou kunnen doen en ga daarover in gesprek. Je hoeft niet in één keer naar 100 procent robotisering. Geleidelijk aan in stapjes tot 80 procent komen is al genoeg.”

Spreker Thijs Dorssers had zijn humanoïde robot Robin mee gebracht. Humanoïds gaan volgens hem de komende 5 jaar een hoge vlucht nemen en de reguliere robotica totaal op zijn kop zetten.
Digital first
Het kennisprogramma werd besloten met een panel van ondernemers, die aan de hand van een aantal stellingen spraken over hun ervaringen met de digitale fabriek. De stelling ‘Bedrijven die vandaag niet inzetten op digitalisering bestaan over 10 jaar niet meer’ ging Sytse Oreel (Oreel Hallum) te ver. “Digitalisering is de opstap om de productiviteit te verhogen en het werk voor iedereen wat leuker te maken. Maar ons bedrijf bestaat al 170 jaar en heeft iedere verandering doorstaan, dus zo’n vaart zal het ook nu wel niet lopen.” Remco Koolmees (Koolmees Group) kan zich daarin vinden, maar zegt wel: “Tien jaar geleden kwam driekwart van onze orders per fax binnen. Nu komt alles langs digitale weg. Ik wil niet zeggen dat je over 10 jaar niet meer bestaat als niet digitaliseert, maar dan zit wel in de achterhoede.” Voor Ruud Appel (Holland Steel) is ‘digital first’ een belangrijk onderdeel van de strategie. “Wij krijgen ieder week de kernpunten gerapporteerd. Data is de basis voor onze beslissingen.” Angst dat medewerkers niet klaar zijn voor digitale fabriek, is wat betreft de panelleden ongegrond. Marlinde Eichler-De Jonge (Hanse Staalbouw): “Onze ervaring is dat digitalisering/automatisering als gebruiksvriendelijk worden ervaren en dat medewerkers de meerwaarde ervan zien. Het wordt snel normaal.”